Het verlaten van een plaats van een ongeval is strafbaar, en opgenomen onder artikel 7 van de Wegenverkeerswet.
Artikel 7 lid 1 van de Wegenverkeerswet luidt als volgt: “Het is degene die bij een verkeersongeval is betrokken of door wiens gedraging een verkeersongeval is veroorzaakt, verboden de plaats van het ongeval te verlaten indien:
a. bij dat ongeval, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, een ander is gedood dan wel letsel aan een ander is toegebracht;
b. bij dat ongeval, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, schade aan een ander is toegebracht;
c. daardoor, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, een ander aan wie bij dat ongeval letsel is toegebracht, in hulpeloze toestand wordt achtergelaten.”
Artikel 7 lid 2 van de Wegenverkeerswet luidt als volgt: “Het eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, is niet van toepassing op degene die op de plaats van het ongeval behoorlijk de gelegenheid heeft geboden tot vaststelling van zijn identiteit en, voor zover hij een motorrijtuig bestuurde, tevens van de identiteit van dat motorrijtuig.”
Weten of redelijkerwijs moeten vermoeden
U bent betrokken bij een verkeersongeval op het moment dat u het verkeersongeval zelf heeft veroorzaakt. Dit kan het geval zijn als u tegen een andere bestuurder aanrijdt, maar ook als u tegen een geparkeerde auto aanbotst waarin geen bestuurder zit. Als u als bijrijder de bestuurder zodanig afleidt dat de bestuurder een verkeersongeval veroorzaakt, kunt u eveneens als betrokkene worden aangemerkt. Maar ook in de situatie waarin u als bestuurder voorrang neemt terwijl u dat niet heeft, waardoor een andere bestuurder moet uitwijken en daarbij tegen een ander voertuig aanbotst, kunt u als betrokkene worden aangemerkt.
Het kan voorkomen dat u niet doorheeft dat u betrokken bent geweest bij een verkeersongeval, simpelweg omdat u het niet heeft gevoeld. Als u niet kon weten of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat u betrokken bent geraakt bij een verkeersongeval, kunt u niet veroordeeld worden voor het verlaten van een plaats ongeval in de zin van artikel 7 van de Wegenverkeerswet.
Zijn de gegevens niet bekend van de persoon waarbij u schade heeft veroorzaakt aan het voertuig, dan kunt u uw gegevens opschrijven en achter de ruitenwisser achterlaten. In dat geval voldoet u aan artikel 7 lid 2 van de Wegenverkeerswet. De strekking van dit wetsartikel is namelijk dat zoveel mogelijk wordt bevorderd dat degene aan wie door een ongeval schade is toegebracht, kan beschikken over de voor de civielrechtelijke afwikkeling van de schade benodigde gegevens van de veroorzaker van de schade.
Het kan ook zijn dat u zich later bewust wordt van het verkeersongeval waarbij u betrokken zou zijn geweest. Het is dan raadzaam om terug te gaan naar de plaats waar het verkeersongeval zich heeft afgespeeld. Op die manier kunt u uw identiteit alsnog bekend maken bij de overige betrokkenen en indien nodig gewonde(n) helpen. In een dergelijk geval voldoet u alsnog aan uw plicht en handelt u niet in strijd met artikel 7 van de Wegenverkeerswet.
Vervolgingsuitsluitingsgrond
In artikel 184 van de Wegenverkeerswet is een zogenoemde vervolgingsuitsluitingsgrond opgenomen. Vervolging van overtreding van artikel 7 van de Wegenverkeerswet wordt uitgesloten indien de overtreder zich binnen twaalf uren na het verkeersongeval en voordat hij als verdachte is aangehouden of verhoord, vrijwillig van het ongeval kennis geeft aan de politie. Doel hiervan is wederom het achterlaten van de benodigde gegevens voor een civielrechtelijke afwikkeling van de schade.
Maar let op: de vervolgingsuitsluitingsgrond is niet aan de orde als u een ander na het verkeersongeval in een hulpeloze toestand achterlaat op de plaats van het ongeval. Vervolging ligt dan wel in het verschiet.
Strafbedreiging
Uiteraard zal de straf die aan u bij een bewezenverklaring wordt opgelegd afhankelijk zijn van de omstandigheden van het geval. Rekening wordt gehouden met onder andere de hoeveelheid schade die u heeft veroorzaakt, het letsel dat is toegebracht door het verkeersongeval en of u bijvoorbeeld onder invloed was ten tijde van het ongeval.
Als u wordt veroordeeld voor het verlaten van een plaats van het ongeval, dan heeft u een misdrijf gepleegd. U kunt dan gestraft worden tot een gevangenisstraf voor ten hoogste drie maanden en/of een geldboete van de derde categorie op grond van artikel 176 lid 3 WVW. Daarnaast kan een ontzegging van de rijbevoegdheid worden opgelegd van maximaal 5 jaren. Is er sprake van recidive? Dan kan de rijontzegging oplopen tot maximaal 10 jaren op grond van artikel 179 lid en 4 van de Wegenverkeerswet.
Het is mogelijk om een overtreding van artikel 7 van de Wegenverkeerswet af te doen met een strafbeschikking door de officier van justitie. Mocht er sprake zijn van recidive of gaat het verlaten van de plaats van een ongeval gepaard met het plegen van andere strafbare feiten zoals het veroorzaken van een verkeersongeval of het rijden onder invloed, dan is het uitvaardigen van een strafbeschikking niet mogelijk en komt uw zaak voor de rechter.
Samenloop
U dient er rekening mee te houden dat u niet alleen vervolgd kan worden voor het verlaten van de plaats van het verkeersongeval. Het verlaten van de plaats van het ongeval kan immers gepaard gaan met andere strafbare feiten, zoals het veroorzaken van het verkeersongeval of het rijden onder invloed. Logischerwijs houdt dit in dat de straf die u boven het hoofd hangt in dergelijke situaties nog hoger is dan hetgeen reeds hierboven beschreven is onder ‘strafoplegging’. Het is dan ook raadzaam om u te laten voorzien van goede rechtsbijstand door een specialistische verkeersstrafrechtadvocaat!