Artikel 8 Wegenverkeerswet – Rijden onder invloed van alcohol en/of drugs en/of andere stoffen die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden

Welbekend is het feit dat het verboden is om onder invloed van alcohol en/of drugs en/of andere stoffen die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden te gaan rijden. Desondanks komt het in de praktijk met enige regelmaat voor.

Het rijden onder invloed is strafbaar gesteld in artikel 8 van de Wegenverkeerswet.

Artikel 8 lid 1 van de Wegenverkeerswet luidt als volgt: “Het is een ieder verboden een voertuig te besturen, als bestuurder te doen besturen of als begeleider op te treden, terwijl hij verkeert onder zodanige invloed van een stof, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen of tot behoorlijk te begeleiden in staat moet worden geacht.”

Bestuurder

Artikel 8 van de Wegenverkeerswet richt zich tot zowel de feitelijke als de juridische bestuurder. Het artikel spreekt over het besturen van een voertuig. Dit houdt in dat het niet enkel strafbaar is om motorrijtuigen te besturen onder invloed, maar het ook verboden is om een fiets te besturen terwijl u onder invloed bent.  Een poging tot rijden onder invloed is eveneens strafbaar. U wordt aangemerkt als bestuurder als u één of meer bedieningsorganen van een motorrijtuig hanteert en door middel daarvan de voortbeweging en rijrichting van het motorrijtuig beïnvloedt (ECLI:NL:GHLEE:2011:BP1972). Het woord ‘weg’ ontbreekt in de strafbepaling. Dit komt omdat overtreding van artikel 8 van de Wegenverkeerswet niet alleen strafbaar is op de weg maar ook buiten de weg.

Alcohol

Als u verdacht wordt van het rijden onder invloed van alcohol, dient het ademalcoholgehalte vastgesteld te worden. Dit zal altijd beginnen met een staande houding en het verzoek tot het verlenen van medewerking aan een voorlopig ademonderzoek op straat, de zogenoemde blaastest. U bent verplicht om mee te werken aan dit voorlopig ademonderzoek. Doet u dit niet, dan maakt u zich schuldig aan een WAHV-feit en kan aan u een boete worden opgelegd. Het niet meewerken aan een voorlopig ademonderzoek levert niet zondermeer een verdenking op van het rijden onder invloed van alcohol. Hier is wel meer voor nodig zoals een onderzoek van de politie naar uw psychomotorische functies en oog- en spraakfuncties. Hierbij moet u denken aan waarnemingen door de politie van bijvoorbeeld bloed doorlopen ogen, het praten met dubbele tong, onvast ter been etc. Indien deze waarnemingen worden gedaan volgt direct een bevel tot medewerking aan de ademanalyse of een bloedonderzoek. Het weigeren van een dergelijk bevel levert wel een overtreding van artikel 8 van de Wegenverkeerswet op.

Indien u wel meewerkt aan het voorlopig ademonderzoek zal blijken of er een redelijk vermoeden bestaat dat u zich schuldig heeft gemaakt aan het rijden onder invloed van alcohol. Indien er sprake is van een redelijk vermoeden van schuld van het rijden onder invloed van alcohol zal u gevorderd worden mee te werken aan een ademanalyse op het politiebureau. Hierbij dient de 20 minuten-regeling in acht te worden genomen. Er dienen minimaal 20 minuten te zitten tussen de vordering tot medewerking en de blaastest op het politiebureau. De grenswaarden voor een beginnend bestuurder liggen op de 88 Ugl en bij een ervaren bestuurder op de 220 Ugl.

Het alcoholonderzoek kan ook worden verricht middels een bloedonderzoek. Er kan niet gekozen worden voor een bloedonderzoek boven een ademanalyse. Het uitgangspunt is dat het alcoholonderzoek wordt verricht middels een ademanalyse en het tegenonderzoek wordt verricht middels een bloedonderzoek.

Een bloedonderzoek is aan de orde als er sprake is van bijzondere medische redenen waardoor het onmogelijk is om een ademanalyse af te nemen. Ook kan een bloedonderzoek een optie zijn als het ademonderzoek niet lukt, ondanks de medewerking van de verdachte. Als laatste is een bloedonderzoek aan de orde als er een vermoeden bestaat dat de verdachte onder invloed verkeert van andere stoffen dan alcohol, al dan niet in combinatie.

Bij een bloedonderzoek gelden de navolgende grenswaarden: 0,2 promille bij een beginnend bestuurder en 0,5 promille als een ervaren bestuurder.

Invordering rijbewijs en inhouding rijbewijs

Als u als beginnend bestuurder meer dan 350 ugl, of als ervaren bestuurder meer dan 570 ugl heeft geblazen, zal uw rijbewijs worden ingevorderd door de politie en vervolgens naar de officier van justitie worden gestuurd. Binnen 10 dagen zal de officier van justitie beslissen of u uw rijbewijs in afwachting van de zitting terugkrijgt of dat hij/zij uw rijbewijs voor een bepaalde tijd inhoudt.

Als gespecialiseerde verkeersstrafrechtadvocaten kunnen wij u helpen met het indienen van een verzoek tot teruggave van uw rijbewijs alsmede het opstellen en indienen van een klaagschrift om uw rijbewijs zo spoedig mogelijk terug te krijgen. Ook tijdens de behandeling van het klaagschrift op zitting zullen wij u voorzien van rechtsbijstand.

CBR-traject naast strafzaak

Als u bent opgetreden als bestuurder van een motorrijtuig onder invloed van alcohol, kan de politie een mededeling doen aan CBR. Aan de hand van het gemeten alcoholgehalte zal het CBR aan u een maatregel opleggen. Het kan hier gaan om een cursus waarbij de geldigheid van uw rijbewijs niet wordt geschorst. Dit is het geval als er sprake is van een alcoholpromillage van tussen 0,8 en 1 voor ervaren bestuurders en tussen de 0,5 en 0,8 voor beginnend bestuurders. Er zal dan aan u een lichte educatie maatregel alcohol (LEMA) worden opgelegd. Bij een alcoholpromillage tussen de 1 en 1,8 voor ervaren bestuurders en tussen de 0,8 en 1,3 voor beginnend bestuurders zal een educatie maatregel alcohol (EMA) worden opgelegd. Uitganspunt hierbij is dus dat de geldigheid van het rijbewijs niet wordt geschorst.

Dit ligt anders als het alcoholpromillage omhoog gaat en boven de 1,8 is bij ervaren bestuurders en boven de 1,3 is bij beginnend bestuurders. De maatregel die dan volgt betreft een onderzoek naar alcoholgebruik, waarbij de geldigheid van het rijbewijs wel zal worden geschorst. Deze schorsing houdt in dat u geen motorrijtuigen mag besturen, zolang het onderzoek nog niet is afgerond. U dient er rekening mee te houden dat een dergelijke CBR-procedure zo’n 4 tot 6 maanden kan duren. Deze procedure staat los van de lopende strafzaak. De CBR-procedure alsmede de strafzaak lopen als het waren langs elkaar heen.

Drugs

Indien de politie een vermoeden heeft dat u rijdt onder invloed van drugs, zal u vaak onderworpen worden aan een onderzoek naar uw psychomotorische functies en oog- en spraakfuncties. Ook kan de politie u verplichten mee te werken aan een voorlopige speekseltest om vast te stellen of er sprake kan zijn van het rijden onder invloed zijn van drugs. Dit betreft slechts een voorlopige test en een bloedonderzoek zal nodig zijn om daadwerkelijk vast te stellen of u onder invloed van drugs heeft gereden. Het bloedonderzoek wordt verricht door een arts of een verpleegkundige. Hierbij geldt wel de eis dat dit in beginsel in het bijzijn moet gebeuren van een opsporingsambtenaar. De opsporingsambtenaar is immers degene die verantwoordelijk is voor de verpakking, verzegeling en verzending van het afgenomen. Vervolgens wordt het bloedmonster opgestuurd naar het NFI teneinde te worden onderzocht op de aanwezigheid van drugs.

De grenswaarden ten aanzien van de hoeveelheid drugs in uw bloed worden op grond van artikel 8 lid 5 van de Wegenverkeerswet onderscheiden in enkel drugsgebruik en meervoudig drugsgebruik en gecombineerd gebruik van alcohol en drugs. De strafbare grenswaarden zijn opgenomen in artikel 2 en 3 van het Besluit.

Geneesmiddelen

Niet alleen het rijden onder invloed van alcohol en/of drugs is strafbaar, ook het rijden onder invloed van bepaalde geneesmiddelen is niet toegestaan. Sommige geneesmiddelen kunnen invloed hebben op uw rijvaardigheid. Mocht u het gevoel hebben dat dit het geval is bij u, dan doet u er verstandig aan niet op te treden als bestuurder van een voertuig. Het is dan ook raadzaam om altijd de bijsluiter te lezen van de medicatie die u inneemt. In de bijsluiter wordt vermeld in hoeverre de medicatie van invloed kan zijn op uw rijgedrag.

Strafbedreiging

Het rijden onder invloed van alcohol en/of drugs en/of bepaalde geneesmiddelen is een misdrijf. De straf die u hiervoor opgelegd kan krijgen is een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en/of een geldboete van de vierde categorie. Als bijkomende straf kan aan u een ontzegging van de rijbevoegdheid worden opgelegd voor ten hoogste vijf jaar. Ingeval van recidive kan de rijontzegging oplopen tot ten hoogste tien jaar.

Het is mogelijk om een overtreding van artikel 8 van de Wegenverkeerswet af te doen met een strafbeschikking door de officier van justitie. Mocht er sprake zijn van recidive of gaat het rijden onder invloed gepaard met het plegen van andere strafbare feiten zoals het veroorzaken van een verkeersongeval, dan is het uitvaardigen van een strafbeschikking niet mogelijk en komt uw zaak voor de rechter.

CBR-traject naast strafzaak

Als u bent opgetreden als bestuurder van een motorrijtuig onder invloed van drugs, is de politie verplicht om dat te melden aan het CBR. Vervolgens beslist het CBR binnen 4 weken of aan u een maatregel zal worden opgelegd. Het CBR kan aan u een cursus opleggen dan wel een onderzoek naar de rijgeschiktheid.

De cursus wordt opgelegd als u bent aangehouden met:

  • amfetamine, methamfetamine, cocaïne, MDMA, MDEA en MDA met een hoeveelheid vanaf 50 microgram per liter bloed;
  • cannabis met een hoeveelheid vanaf 3,0 microgram tetrahydrocannabinol (thc) per liter bloed;
  • heroïne en morfine met een hoeveelheid vanaf 20 microgram morfine per liter bloed;
  • GHB, gamma butyrolacton of 1,4-butaandiol met een hoeveelheid vanaf 10 milligram GHB per liter bloed;
  • lachgas, waarbij rijden onder invloed van lachgas is vastgesteld.

Als er een cursus aan u wordt opgelegd, wordt de geldigheid van uw rijbewijs niet geschorst.

Wanneer u in de afgelopen vijf jaar eerder bent aangehouden voor het rijden onder invloed van drugs dan zal het CBR aan u een onderzoek naar de rijgeschiktheid opleggen. Het CBR kan daarbij  besluiten dat de geldigheid van uw rijbewijs wordt geschorst. Dit is dus niet altijd het geval!

U dient er rekening mee te houden dat een dergelijke CBR-procedure zo’n 4 tot 6 maanden kan duren. Deze procedure staat los van de strafzaak die u boven het hoofd hangt.

U heeft een gespecialieerd rijbewijsadvocaat nodig!

Als u verdacht wordt van een misdrijf met betrekking tot uw rijbewijs, heeft u zonder enige twijfel een gespecialiseerd rijbewijsadvocaat nodig om uw belangen te behartigen.

Echter is niet elke strafrechtadvocaat ook gespecialiseerd in rijbewijszaken!

Meld uw zaak aan bij Advocaat-rijbewijsingevorderd.nl

In geval u uw strafzaak bij Advocaat-rijbewijsingevorderd.nl aanmeldt, zullen wij u onmiddellijk doorverwijzen naar een gespecialiseerd zedenadvocaat. Een strafrechtadvocaat die gespecialiseerd is in rijbewijszaken!

Voordeligste tarief rijbewijszaken!

Indien u uw strafzaak aanmeldt bij Advocaat-rijbewijsingevorderd.nl, bent u gegarandeerd van gespecialiseerde rechtsbijstand door een échte rijbewijsadvocaat tegen het voordeligste advocatentarief!